Lennart Visser staat met enige regelmaat in de moestuin. Zo komt hij even helemaal los van zijn werk als accountmanager op de Intro-vestiging in Krimpen aan den IJssel. “Ik kan me er – zonder computer- of telefoonscherm – prima ontspannen. Zonder prikkels kom ik helemaal los van kantoor.”
Tuinieren is Lennart met de paplepel ingegoten en doet hij al van jongs af aan. “Toen ik een jaar of vier was ging ik al vaak met mijn vader mee naar de moestuin van mijn opa. Ik mocht hen helpen. In de zomer gingen we er bijna elke avond er naartoe. Aardbeien of boontjes plukken bijvoorbeeld.”
Als zijn ouders met het werk in de tuin stoppen, gaat Lennart zelf lekker verder met tuinieren. “In de eerste klas van de middelbare school kreeg ik een klein stukje tuin bij een kennis. Een paar vierkante meter. Het was gewoon leuk om daar mee beetje op bezig te zijn. Ik kweekte makkelijke dingetjes, zoals een aardappeltjes of krop sla. Meestal gaf ik die groentes aan mijn ouders.”
Echt serieus wordt het als hij zeven jaar geleden een huis in Hendrik-Ido-Ambacht koopt, vertelt Lennart. “Eerst woonde ik met mijn vrouw in een flatje in Rotterdam, maar daar kon ik natuurlijk niks kweken. We zijn verhuisd omdat ik geen stadsmens ben, in een dorp ben ik helemaal in m’n hum. Bij ons huidige huis kon en kan ik heerlijk aan de slag. Nu heb ik een tuin van zo’n 300 vierkante meter. Op zo’n 60 vierkante meter grond kweek ik groentes Met de fruitbomen erbij kom je wel op zo’n honderd vierkante meter.”
In de moestuin komt hij helemaal los van zijn werk als recruiter bij vestiging Krimpen, zegt Lennart. “Ik kan mij er echt prima ontspannen. Op kantoor zit je heel de tijd achter een computerscherm en ben je met veel dingen bezig. Ik neem daarom bewust geen telefoon mee, zodat ik weinig prikkels binnenkrijg en lekker relax tuinieren . In het voorjaar en zomer ben ik elke dag wel een half uurtje per dag in de tuin te vinden en in het weekend vaak een zaterdag. Dan doe ik allerlei klusjes in de tuin: van groentes planten tot het kippenhok schoonmaken.” ’s Winters doet hij de voorbereiding voor het groeiseizoen. “In principe kan je het hele jaar door tuinieren, maar in de winter doe ik buiten niks. Dat is ook beter voor de grond: zo kan die een beetje tot rust komen. Wel maak ik dan altijd een plan voor het komend jaar. Op een plattegrond van de tuin teken ik precies in waar wat moet komen te staan en wanneer ik ga zaaien en oogsten.”
Zelf plukt hij haast letterlijk de vruchten van zijn hobby. “In de zomer koop ik nooit groente en fruit in de supermarkt. Die haal ik gewoon uit mijn eigen tuin. En de tomaten verwerk bijvoorbeeld tot tomatensaus die weer over onze zelfgebakken pizza’s kunnen smeren.”
Ook op kantoor gaat het noeste werk in zijn achtertuin niet ongemerkt voorbij. “Mijn collega’s zijn oprecht in mijn hobby geïnteresseerd. Dat vind ik leuk. Ook neem ik af en toe een komkommer of een andere groente mee. Of muntblaadjes voor in de thee. Dat wordt door iedereen erg gewaardeerd.”
Door zijn werk in de moestuin heeft hij bovendien een betere kijken op werken in het groen. “Wij bemiddelen zelf regelmatig hoveniers en groenvoorzieners. Door mijn werk in de tuin kan ik hun werk beter inschatten. Ik weet wat het is om met een schoffel in de tuin te staan, maar ik zie mijzelf niet als groenvoorziener of hovenier. Ik sta alleen met mooi weer in de tuin sta. Zij staan in weer en wind te werken in de buitenlucht. Als het regent, blijft deze jongen lekker binnen, maar het zorgt er wel voor dat ik mij goed kan inleven. Zo heb ik ook op mijn werk nog wat aan mijn hobby. Andere drukke kantoormensen of collega’s kan ik zeker een hobby in de buitenlucht aanraden. Het is even heel wat anders dan achter een beeldscherm zitten en te knallen voor de baas.”